Van jongs af aan leren we vrijwel allemaal lezen en schrijven. Daarbij maken we gebruik van letters, voor de Nederlandse taal 26 in getal, het alfabet. Zo kunnen we het gesproken woord vastleggen en doorgeven. Om muziek te kunnen vastleggen en te kunnen doorgeven – dus om te kunnen laten ‘lezen’ om welke noten, klanken en klankduur het gaat – is er in de loop van de geschiedenis ook een soort ‘alfabet’ ontwikkeld: het ‘muzieknotenschrift’. In deze lezing wordt verteld hoe, waar en wanneer dat notenschrift is uitgevonden, en hoe zich dat in de loop der eeuwen heeft ontwikkeld. Ook wordt ingegaan op de wijze waarop muziek in de drukkunst een plaats heeft gekregen, en hoe in de laatste decennia de computer en de printer die taak hebben overgenomen.
Jan Jakob Mooij werd geboren in 1945; hij studeerde Geneeskunde in Groningen en specialiseerde zich vervolgens in de neurochirurgie. Na uitstapjes naar Zürich, Amsterdam en Phoenix (Arizona) werd hij in 1993 hoogleraar neurochirurgie aan de RUG en afdelingshoofd in het UMCG. Hij was zijn hele arbeidzame leven betrokken bij het onderwijs en de opleiding in de Neurochirurgie, ook internationaal. Zo was hij een aantal jaren Chairman van het Training Committee van de Europese Neurochirurgen Vereniging, de EANS. Voor de Nederlandse opleiding in de Neurochirurgie ontwierp hij, samen met collega Peerdeman van de VU, een compleet nieuw curriculum, gebaseerd op de principes van de CanMeds-richtlijnen met ‘competentie’ als leidraad.
Na zijn pensioen, vanaf 2010, kon hij zich volledig toeleggen op zijn hobby, de muziek en de hobo. Hij voltooide een Bachelor-opleiding aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Hij speelt de hobo-partijen in ensembles in het hele land. Ook houdt hij zich (wederom !) bezig met onderwijs, nu in zijn lespraktijk als hobodocent. Voor Hovo-cursussen leverde hij bijdragen in de vorm van lezingen over ‘Omwentelingen in de muziek rond 1900’, en over ‘Water en Muziek’.