Warmte is de grootste post op onze nationale energiebalans. Maar er is relatief weinig aandacht is voor warmte. Toch was warmte dé aanjager van de industriele revolutie’s in de achttiende, de negentiende en de twintigste eeuw. En men realiseert zich misschien niet dat tot voor kort vrijwel alle elekticiteit met warmte werd opgewekt, en dat dat nog steeds zo is op sombere dagen met weinig wind en zon (‘Dunkelflaute’). Voor een aangenaam binnenklimaat is niet de ingezette warmte bepalend, maar de temperatuur. En als warmte al expliciet aan de orde is, dan gaat het vooral om de hoeveelheid en minder om de kwaliteit. In deze voordracht gaat het vooral om die kwaliteit van de warmte, die bepalend is voor de inzetmogelijkheden van warmte. Dat zal aan de hand van een aantal praktijkvoorbeelden gebeuren, waarbij het begrip Exergie centraal staat. Via dit begrip wordt ook duidelijk gemaakt dat extensivering van de warmtehuishouding een belangrijke bijdrage levert aan de Energietransitie die misschien ook wel ‘Exergietransitie’ genoemd mag worden.
Jan B. de Wit (1951) studeerde werktuigbouwkunde aan de TU Delft en procestechnologie aan de Universiteit Twente. Hij was van 1979 tot 2013 werkzaam bij TNO Milieu, Energie en Procesinnovatie. Zijn werkzaamheden: energie-efficiency in de (proces)industrie, duurzame energievoorziening op gebiedsniveau en onderzoek en ontwikkeling van innovatieve installatiestechniek voor zeer energiezuinige woningen en gebouwen. Die werkzaamheden brachten hem in vrijwel alle energie-intensieve industriële bedrijven en in vrijwel alle sectoren van de gebouwde omgeving in Nederland. In de periode 2006-2010 was hij lector Energietoepassingen aan de Hanze Hogeschool Groningen, en in de periode 2010-2017 lector Duurzame Energievoorziening aan Saxion University of Applied Sciences te Enschede. Vanaf april 2017 is hij met pensioen. Hij ziet zichelf meer als practicus die naar integrale oplossingen (economie, ecologie, technologie) zoekt dan als theoreticus. Sinds zijn pensionering doet hij af en toe nog wat advieswerk.